maandag 3 maart 2014

Karel ende elegast

Auteur: onbekend
Titel: Karel en de elegast
Plaats van uitgave: Amsterdam
Uitgeverij: Amsterdam University Press
Aantal bladzijden: 56 bladzijden
Jaar van uitgave:2003

De hoofdpersoon is Karel de Grote en zijn tegenspeler is Elegast
Koning Karel de Grote wordt in de nacht voor zijn hofdag gewekt door een engel. Deze engel beveelt Karel om te gaan stelen, maar Karel doet dit niet. Pas na de derde keer gelooft Karel het en sluipt ongemerkt het kasteel uit.
Op een gegeven moment komt hij een hoofdridder tegen. Beiden willen niet zeggen wie ze zijn en er ontstaat een gevecht. Na een hevig gevecht noemt de onbekende ridder zijn naam: Elegast, dit was een vroegere leenman die Karel verbannen had.

Samen besluiten ze om bij Eggeric (dit is de zwager van Karel) in te breken. Elegast wilde absoluut niet ingaan op het voorstel van Karel, om bij de keizer te gaan stelen, hieruit blijkt de onvoorwaardelijke trouw van Elegast, die ondanks dat hij verbannen was achter de keizer blijft staan. Tijdens het inbreken gedraagt Karel zich erg onhandig. Hij blijkt echter ook geen goede dief te zijn door te willen inbreken met een ploegijzer. Door een wonderkruid in zijn mond te stoppen kan Elegast verstaan wat de dieren zeggen. Hij hoort dat de keizer in de buurt is, maar gelooft hen niet. Ook Karel gelooft niet was Elegast beweerd en krijgt het kruid in zijn mond geduwd. Ook hij hoort de dieren zeggen dat de koning is, maar plotseling raakt Karel het kruid kwijt.
Elegast neemt een flinke buit mee uit het huis van Eggeric maar als extraatje wil hij nog een kostbaar zadel uit de slaapkamer van Eggeric stelen. Eggeric en zijn vrouw worden wakker van het gerinkel van de bellen van het zadel en Elegast verstopt zich onder het bed. De vrouw vraagt waarom Eggeric nu al een aantal dagen niet kan slapen en eten, waarop Eggeric aan zijn vrouw vertelt dat morgen koning Karel vermoord zou worden. Eggeric’s vrouw is Karels zuster en als zij tegen hem uitvalt omdat hij de keizer wil vermoorden, slaat Eggeric haar in het gezicht. Ze heeft een bloedneus en ook haar mond bloedt.
Elegast vangt wat van haar bloed op in zijn handschoen als bewijs en tovert daarna op een magische manier iedereen in slaap en vlucht het kasteel uit. Buiten het kasteel aangkomen vertelt hij alles aan Karel. Elegast weet echter niet dat de echte keizer voor hem staat.
Karel begrijpt nu de reden dat hij van God moest gaan stelen. Karel belooft aan Elegast dat hij de keizer zal inlichten, omdat Elegast het niet durft omdat die ruzie had met de Karel. Zo gaan ze uit elkaar. Door deze nachtelijke tocht ontdekt Karel dat Elegast, ondanks dat hij verbannen is, toch heel trouw aan zijn keizer is gebleven. Niet alleen Elegasts trouw maar ook de ontrouw van Eggeric komen aan het licht.
Op de hofdag worden alle samenzweerders gevangen genomen. Er komt een tweestrijd tussen Eggeric en Elegast. Diegene die de waarheid spreekt zal met behulp van God de strijd winnen. Elegast wint na een heel lang gevecht de tweestrijd. Eggeric wordt gedood en Elegast wordt in eer hersteld. Later krijgt Elegast Karels zuster, de weduwe van Eggeric, als vrouw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten